Spraak
Het kan zijn dat u of uw kind problemen heeft met woordvinding (moeilijk op een woord kunnen komen) of stotteren (niet vloeiend kunnen spreken). Ook kunnen er problemen zijn met het uitspreken van woorden, onduidelijk spreken en/of helemaal niet kunnen spreken. Dit worden spraakstoornissen genoemd. Hieronder worden een aantal voorbeelden gegeven van mogelijke spraakstoornissen die kunnen voorkomen:
- Articulatiestoornissen: bijvoorbeeld slissen of lispelen, niet of verkeerd uitspreken van klanken
- Dysartrie: stoornis in de uitspraak, veroorzaakt door bijvoorbeeld een beroerte of spierziekte
- Schisis: spleet in lip, kaak en/of gehemelte, waardoor problemen in het spreken ontstaan
- Stotteren: niet vloeiend spreken